Tips

Beginners

Tips voor beginnende coureurs om beter voorbereid het circuit op te gaan.

Professionals

Professionals geven hun beste tips zodat je nog grotere sprongen kunt maken.

Boeken

Wil je in detail werken aan je ontwikkeling als coureur, lees dan deze boek reviews.

BEGINNERS

Veel rijders verliezen onnodig veel tijd in ‘verkeer’: wanneer ze achterblijvers inhalen. Vooral door meer ervaring op te doen leer je de situatie goed in te schatten. Bestudeer hun zwaktes en weet waar je ze relatief makkelijk voorbij kan. Probeer ook goed ver vooruit te kijken, zodat je niet ‘klem’ komt te zitten in een groep langzamere rijders. Gebeurt dat toch, kijk dan of het in je strategie past om op dat moment een pitstop te maken. Omdat achterblijvers vaak anders kijken en denken dan jijzelf, moet je altijd goed alert zijn. 

Vrijwel iedereen gaat te hard een bocht in; daarmee verlies je tijd. Omdat je weinig vermogen hebt met de meeste huurkarts, is het belangrijk niet te hard een bocht in te gaan en de kart te laten rollen. Zo kan je er harder weer uit wat je uiteindelijk een snellere rondetijd oplevert.

Bij huurkarts kan je over het algemeen weinig doen aan je zitpositie. Soms is de stoel of zijn de pedalen te verzetten. Als je wat kleiner bent is een inzetstoeltje aan te raden. Zorg dat je zo comfortabel mogelijk zit, want zeker bij een endurance race waar je 1 uur of langer zit – soms in de hitte of vrieskou – is het van groot belang dat je goed zit. En pas natuurlijk ook je kleding aan op het weer. Niets is zo vervelend als te warm gekleed zijn in de zomer, of te koud in de winter. Pro tip voor regen en kou: waterdichte sokken!

Rijd je met een team, dan is het soms prettig te kunnen communiceren tussen rijder en degene in de pitstraat. De ervaring leert dat handsignalen verwarrend kunnen werken, want soms zie je niet goed of de rijder uit enthousiasme een duim omhoog steekt of toch wijst naar een haperende motor? Voor duidelijke communicatie vanuit de pits is een pitbord handig. Zo kan je tenminste aangeven wanneer de rijder de pits in moet komen voor een rijderswissel en/of tankstop. Dat blijft natuurlijk beperkte eenrichtingscommunicatie. Het meest professioneel, maar ook kostbaarder, is radio. Vele sets voor bijvoorbeeld motorrijders zijn ook in te bouwen in een karthelm. Op deze manier kan je de hele race met elkaar praten. Het doorgeven van rondetijden of andere informatie is in de praktijk niet zo nuttig, maar weten wanneer er iets geks gebeurt op de baan of wanneer er een grote file staat bij de tankplaats, kan cruciale tijdswinst opleveren.

Bij endurance races wordt er veel van je gevraagd, fysiek maar ook mentaal. Je concentratie 1 of 2 uur echt scherp houden is soms een uitdaging. Bij de start of gevechten met concurrenten gaat het als vanzelf, maar kom je in ‘niemandsland’ te rijden, voorkom dan dat je gedachte afdwalen naar dingen buiten het racen. Verzin manieren om jezelf scherp te houden, want dan presteer je het beste en ben je ook het meest alert mocht er toch plotseling iets gebeuren. Bekijk bijvoorbeeld elke ronde je rondetijd of probeer specifiek die ene bocht die je lastig vindt eens elke ronde perfect te nemen. Zo daag je jezelf uit en houd je focus.

Een spin of crash kan natuurlijk gebeuren. Pas op en ga niet zomaar de baan weer op, zeker niet op de racelijn. Wacht even af tot je veilig je weg kunt vervolgen. Heb je een grote klap meegemaakt en heb je pijn of voel je je dizzy? Blijf dan in je kart of ga achter een bandenstapel of vangrail zitten en wacht op hulp. Crasht er een ander? Steek je hand op zodat rijders achter je alert zijn. Zie je een hele grote crash en is er geen hulp dichtbij, overweeg dan zelf te helpen – maar let eerst op je eigen veiligheid.

Het lijkt intuïtief om naar de binnenkant te leunen in een bocht, zoals je op een (motor)fiets zou doen. Maar dit zorgt met karten juist voor minder grip en langzamere rondetijden! Dat komt omdat je gewicht op de binnenste banden drukt. Doe het dan ook andersom: leun in bochten op de buitenste kant van de kart, zodat juist die buitenste banden de grip pakken door je gewicht.

De snelste manier om een afstand af te leggen: dat noemen we de ideale lijn. Makkelijk te onthouden is ‘buiten-binnen-buiten’: wanneer je bij een bocht naar rechts aankomt, positioneer je jezelf helemaal links (buiten). Je remt hard maar gecontroleerd, stuurt naar de apex van de bocht aan de rechterkant (binnen), gaat op het gas en komt vervolgens de bocht weer links (buiten) uit. Let op: dit geldt voor rijden bij droog weer.  

Het leukste en belangrijkste bij karting is natuurlijk het inhalen van andere rijders. Daarbij is je timing cruciaal. Bestudeer de zwakke punten van je tegenstander. Zie je dat hij of zij elke ronde een bocht onhandig neemt? Dan is dat misschien wel de perfecte plek voor jouw inhaalactie. Besef ook dat inhalen verreweg het makkelijkste is aan de binnenkant bij een bocht. Dus laat iemand ‘de deur open’, stap dan brutaal naar binnen! Na een lang rechte stuk is het uitremmen van de ander vaak een goede mogelijkheid, maar schat je actie goed in en voorkom een ‘divebomb’ waarmee je de ander de baan af duwt. Een andere mooie manier om iemand voorbij te gaan is de zogenoemde ‘switchback’: dwing door zelf laat te remmen dat de ander echt te laat remt en daardoor wat doorschiet, stuur vervolgens binnendoor en ga vroeg op je gas. 

Zorg voor de juiste kleding en gear voor een comfortabele en veilige rit. Hoewel het soms is toegestaan met eigen kleding en zonder overall te rijden, zou ik dit ernstig afrijden. Beschermende kleding is er niet voor niets; ook al is de kans klein, ook bij een kleine kans kan er iets flink misgaan. De helm, handschoenen en overall bij huurkarts zijn vaak ‘OK’, maar verstandiger is het je eigen spullen aan te schaffen. Een degelijk pak, handschoenen met fijne grip, en een goede helm zijn echt belangrijk. Ook goede schoenen heb je echt nodig. Optioneel maar aan te bevelen zijn een rib-protector en een nek-brace. Als je vaker endurance races rijdt of af en toe een klapper meemaakt, weet je wat deze spullen je allemaal waard kunnen zijn. Zo ben ik eens over de kop gevlogen, uit de kart, en over het asfalt gegleden. Ik was toen heel blij met mijn stevige overall en goede helm!

Kart-motoren hebben relatief weinig vermogen. Houdt daarom de motor in het juiste bereik van je toeren. Houd de kart altijd op toeren; valt die te laag, bijvoorbeeld na een scherpe bocht, dan is je acceleratie traag. Ook is een tip om wat behoudend de bocht in te gaan; zo kan je vroeger op het gas in de bocht en dat levert je verderop weer tijdswinst op

Bij endurance races zijn pitstops meestal verplicht, danwel om van rijder te wisselen, danwel om de kart te tanken. Verdiep je goed in de regels voor je event en maak je strategie mede op basis van de pitstops. Voordat je de pits in komt, steek je je hand omhoog zodat anderen zien dat je de baan gaat verlaten. Rijd rustig de pits in, je snelheid wordt vaak gemeten. Liever iets aan de langzame kant dan een straf riskeren! Zorg dat je hebt afgesproken waar je teamgenoot klaarstaat, want het kan zoeken zijn in een overvolle pits. Zorg voor een vlotte wissel (oefen dit eens voor de race begint) en rijd weer weg. Houd je ook nu aan de toegestane maximum snelheid. Moet je ook nog tanken, doe dat dan op de aangewezen tankplaats. Raak je eigen tankdop niet aan en stap bij het tanken uit je kart. Vertrek wanneer de marshall je een seintje geeft. Vergeet bij het uitrijden van de pits niet om goed te kijken waar je de baan op komt en ook dat je koude banden hebt. De eerste bochten is het dus weer even voorzichtig aan rijden.

Hoe race je sterk ten opzichte van je tegenstanders? Sluit eerst goed aan, wees geduldig, en probeer bijvoorbeeld een bocht ruimer in te gaan en dan de wissel naar de binnenkant te maken. Kijk naar de volgende bocht: pak altijd de binnenkant. En als je verdedigt – blokkeer dan die binnenkant. Buitenom is zo veel lastiger. Let op: soms kan je buitenom wel meer snelheid meenemen en in regen ligt daar ook meer grip. En probeer de ander te dwingen de niet-optimale lijn te rijden

Rijden in de regen verschilt sterk van rijden bij droog weer. Daar waar namelijk bij droog weer de meeste grip ligt (de plek waar rubber van de band op het asfalt kleeft), ligt bij regen de grip juist daar waar géén rubber ligt. Op rubber blijft water namelijk staan, wat zorgt voor gladheid. Rijd je in de regen dus op een bocht af, doe dit dan niet aan de buitenkant maar relatief meer naar binnen (daar ligt geen rubber). Ga vervolgens in een redelijk rechte lijn op de rem en ‘doorkruis’ zo de ideale lijn van droog weer. Laat de kart veel meer naar de buitenbocht lopen, want hier ligt geen rubber en is dus nu de meeste grip. Ookal leg je nu meer meters af, de kans op spinnen is vele malen kleiner en je snelheid groter! Stuur halverwege de bocht weer in naar binnen en je kunt in een redelijk rechte lijn vroeg op het gas. Oefen hier vooral mee en kijk af bij de beste regenrijders die je tegenkomt.

Remmen zijn bij karts erg gevoelig: ze blokkeren makkelijk. Probeer kort en hard te remmen, zodat je net niet blokkeert. En probeer ook eens niet te remmen, maar af te remmen door gebruik te maken van de grip die in een bocht ligt

Over het algemeen geldt dat je zo vloeiend mogelijk over het asfalt gaat. Niet blokkeren, niet driften, geen scherpe hoeken in je stuurgedrag. Hoe vloeiender je rijstijl, hoe minder wrijving je banden hebben zijwaarts, en dus hoe meer snelheid je behoudt. 

Bij de start kan je geen (endurance) race winnen, maar wel verliezen. Vermijd agressie of geduw in de eerste bochten. Wel is het verstandig de binnenbocht te pakken, om zelf aan te vallen of jezelf te verdedigen. Let ook op koude banden, die zorgen voor minder grip direct na de start. 

Marshalls en de wedstrijdleiding houden goed in de gaten hoe jij je gedraagt op de baan. Vaak krijg je eerst een waarschuwing, maar wanneer kan je uiteindelijk straf verwachten? Bijvoorbeeld bij een valse start, bij inhalen onder geel, onsportief rijgedrag, als je over een witte lijn van de pit exit rijdt of wanneer de combinatie van kart en rijder onder een bepaald gewicht is. Het verschilt per circuit en per event wat de regels zijn. Het beste is je gewoon te gedragen en als je de fout in gaat, je hand op te steken naar je tegenstander en de wedstrijdleiding en er van te leren.

Bereid je race of event goed voor en bekijk hoeveel pitstops verplicht of handig zijn. Stem af met je team wie welke stint rijdt en waarom. Zet je de lichtste rijder in om de start te doen? Of wil je juist je meest ervaren teamgenoot het spits laten afbijten in de regen? Of als er een rijder minder fit is, geef hem of haar dan een kortere stint. Bedenk je ook dat de meeste rijders op hele vaste punten hun stop zullen doen, zoals precies in het midden van een race. Doe dit zelf dan juist niet om drukte in de pitstraat of bij de tankplaats te voorkomen. Overweeg ook eens een hele andere strategie, zoals een pitstop in je eerste rondes. Zo ben je direct uit al het verkeer en kun je je op je eigen ritme richten.

Stuur zo min mogelijk! En hoe vloeiender, hoe beter. Een klein beetje tegensturen is soms nodig, maar doe je dat teveel dan kost het snelheid. Op een natte baan is het extra van belang om niet te ‘hoekig’ te sturen; zo houd je beter controle over je kart

Huurkarts beschikken vrijwel nooit over telemetrie: een systeem om tijdens het rijden je rondetijden en andere informatie bij te houden. Ben je gek op data, overweeg dan een eigen nauwkeurige GPS zender (los te koop) en koppel die aan je mobiele telefoon. Met apps als Harry’s Laptimer of RaceChrono Pro is dan tijdens en na het rijden van alles te analyseren: je rondetijden, je snelheid, de G-krachten etc. Het is vooral handig tijdens een kwalificatie, waar je live op je display de delta ziet t.o.v. je tot dan toe snelste ronde. Wil je na het rijden echt alles grondig analyseren, koppel de data dan aan videobeelden van je actiecamera. Zo zie je ook terug waar je die fout maakte of juist hoe je de bochten aansneed op je snelste rondje. Het is best wat werk om te doen, maar super leerzaam om jezelf te verbeteren!

Denk nooit dat hoe jij zelf rijdt, de beste manier is. Hoe goed je ook bent, er is altijd wat te leren. Sta je daar voor open en werk je er aan, dan wordt je snel veel beter. Kijk af bij snellere rijders of spreek ze aan na een race. Bekijk onboard video’s van jezelf en van anderen, kijk of je ziet wat je anders doet. Verdiep je in tips zoals op deze pagina, maar belangrijker nog: pas ze toe in de praktijk. Doe niet alles tegelijk maar focus je op wat je wilt leren. Vragen om hulp of advies is soms het slimste wat je kunt doen!

Soms is de ander zo veel sneller dat je weinig kunt doen, maar je kunt altijd iets! Het is belangrijk om je niet in foutjes te laten dwingen. Kijk soms achterom maar niet te vaak, want dat kan er juist voor zorgen dat je zelf je concentratie verliest en je rempunt mist. Laat remmen is verstandig, maar laat je niet dwingen in te laat remmen… dan is de ander je zo voorbij. Verder is het belangrijk om altijd de binnenbocht te verdedigen: rijd jij daar, dan dwing je de ander buitenom, waar hij of zij meer afstand moet afleggen en de kans van succes kleiner is. Verdedig je plek dus zeker, maar ga iemand ook weer niet afsnijden. Als je wordt ingehaald, zie dat ook als kans om goed de lijnen van de snellere rijder te bestuderen. Zo leer je weer.

Er zijn vele vlaggen die gebruikt worden in de racerij, maar dit zijn de belangrijkste bij karten. GEEL: pas op, gevaar op de baan, iemand is gespind of er ligt iets op de baan. Zorg dat je bereid bent te stoppen. Haal niet in. Zie je een gele vlag? Steek je hand omhoog zodat ook rijders achter je gewaarschuwd zijn. GROEN: vanaf dit punt op de baan is alles veilig en kun je weer racen. ROOD: race wordt stilgelegd, rijd voorzichtig en kom meteen terug naar de pits. ZWART: diskwalificatie. Marshalls zullen je uitleggen wat de reden is. ZWARTWIT-GEBLOKT: einde training of race. Er volgt nog 1 uitloopronde.

Goede voorbereiding is het halve werk. Of zoals een vriend van me mooi zegt: ‘Niemand heeft ooit een race verloren, omdat hij te goed voorbereid was’. Check dan ook voor het evenement het circuit en de layout die je gaat rijden, kijk naar het weerbericht en buienradar (pas je kleding er op aan), zoek uit in welke kart je gaat rijden, zoek vooraf de briefing op voor relevante informatie, praat met de juiste mensen en kom op tijd. Je wint een race niet door goed voorbereid te zijn, maar zonder voorbereiding is de kans dat je goed presteert wel een stuk kleiner!

PROFESSIONALS

Leer van de echte professionals. Kies een coureur en leer van de beste tips! 

Binnenkort komen meer interviews beschikbaar

Job van Uitert

Lees hier mijn interview met Job van Uitert, LMP2 coureur. Hij vertelt over het aansnijden van bochten, hoe je grip creëert in de regen en welke spieren je moet trainen.

Indy dontje

Lees hier mijn interview met Indy Dontje, GT3 coureur. Hij vertelt over het belang van rustig sturen, hoe veel mensen niet goed kunnen remmen, en of hij fan is van elektrisch rijden.

BOEKEN

Wil je je skills in een kart nog verder verfijnen, duik dan in deze specialistische boeken.

Binnenkort komen meer boek reviews beschikbaar

Racecraft: How to beat even your fastest opponents

Dit boek schetst 50 race situaties waarin jij als coureur in een split-second de beste keuze moet maken. Leer welke keuze de beste is en ga ermee aan de slag in praktijk.